Een oude Australiër. Een aboriginal
11 maart 2025
Gast: Goedenavond.
Tonny: Goedenavond.
Gast: ik ben een oude Australiër. Ik ben een Aboriginal.
Tonny: Oh ja!
Aboriginal: Ken je ons?
Tonny: Ja, ik waardeer jullie cultuur en de oorspronkelijkheid.
Aboriginal: Ja. We waren een mooi volk.
Tonny: Ja.
Aboriginal: Toen ik in deze wereld kwam, waar ik nu ben, heb ik moeten wennen…de schoonheid. Ik was op een bepaalde manier, een primitieve mens nog. Het is lang geleden dat ik leefde, maar mijn hart was zuiver. Ik kwam in een zuiver Licht.
Tonny: Wat fijn.
Aboriginal: Toch miste ik mijn leven op Aarde. Ik ben niet oud geworden, maar ik vond het zo mooi.
Tonny: Had je veel contact met de elementen?
Aborigial: Ja, we konden veel.
Tonny: Omdat jullie ook Sjamanen waren?
Aboriginal: Ja. Wij konden het weer manipuleren. Dat was een gave en daar hadden we natuurlijk erg veel aan. We leefden van de jacht. Het gebied waar ik woonde was niet heel erg vruchtbaar.
Tonny: Was niet echt vruchtbaar en daarom was je afhankelijk van de Jacht…
Aboriginal: Ja. We zochten wel vruchten in bepaalde jaargetijden en we verbouwden mais. Ja, we hadden een goed leven. Er waren gedragscodes, maar die waren mensvriendelijk. Maar natuurlijk wel bijgeloof ook…we kenden rituelen. In een van die rituelen ben ik overleden. Het was niet de bedoeling. Ik liet een groot verdriet achter. We waren een hechte samenleving.
Tonny: Je was dus nog een hele jonge jongen, tijdens een ritueel.
Aboriginal: Ja. Ik was pas zeventien jaar.
Tonny: Was dat het ritueel van jongen naar man?
Aboriginal: Ja. Mijn ziel heeft later terug willen komen en is bij een Indianenstam terecht gekomen. Weer een Sjamanen-volk. Ik zelf ben hier doorgegaan en ik heb mijzelf verfijnd. In deze wereld houdt men zich ook bezig met de natuurvolkeren op Aarde. Ik probeer ze te inspireren en ze ertoe te brengen die rituelen te minderen, zonder gevaar voor levens. Ik inspireer ze in de muziek, in dans. Maar er zijn niet zoveel natuurvolkeren meer op Aarde, niet zoals ik het bedoel.
Tonny: Is dat voor de Aarde een heel groot gemis?
Aboriginal: Nee, niet meer. Het hoort bij de gang van de evolutie, dat deze volkeren verdwijnen. Dus in die zin, ben ik ook niet bezig met het behoud van deze volkeren, maar wel met de kwaliteit…de kwaliteit van leven.
Tonny: En het respect voor de natuur.
Aboriginal: En het respect voor de natuur. Maar ook mensen inspireren om over ze te schrijven. Dat de cultuur bewaard mag blijven in herinnering. Het is zo belangrijk voor de komende tijden, voor de tijd die komen gaat, dat er veel van wat wij wisten, gelezen gaat worden en misschien ook toegepast. Wij wisten veel. We waren wijze mensen; op een ander terrein dan wat hier in het Westen wijs gevonden wordt. Ik vond het fijn om via dit medium me even te laten horen.
Tonny: Dank je wel voor uw komst.
Aboriginal: Als we in de andere wereld zijn, zijn we allemaal gelijk. Of we nu lang geleden geleefd hebben of we Sjamaan waren of een professor. Het maakt niet uit. Ik wou daarom mezelf even laten horen.
Tonny: Wat was jou naam?
Aboriginal: Shoah. Ja, dat is een moeilijke naam voor jullie natuurlijk. Shoah en dan ‘bo’ erachter.
Tonny: Heeft u Joska Soos ook nog ontmoet aan de kant van waar u nu bent?
Aboriginal: Wie zegt u?
Tonny: Zij is ook een Sjamaan maar uit Hongarije: Joska Soos.
Aborignal: Nee, die ken ik niet. Nee. Ik leef in een klein wereldje. Ik leef eigenlijk een beetje geïsoleerd in de natuur. Dat vind ik heel fijn. Maar ik hou ook van mensen, dus ik zoek mensen wel op. Mensen komen ook op bezoek voor mij
Tonny: Dan nodig Josja Soos maar eens uit.
Aboriginal: Zal ik doen Tonny. Wil je zijn naam nog een keer zeggen?
Tonny: Joska Soos.
Aboriginal: Dank je wel Tonny. Ik zal hem de groeten van jou doen.
Tonny: Heel graag.
Aboriginal: Dank je wel hoor, dat ik even langs mocht komen.