Verhalen

Deze verhalen zijn geïnspireerd door De Geascendeerde Meesters.
Geschreven om te ontroeren en te raken.
Zij kunnen daarmee aanleiding geven tot zelfreflectie en dat is ook de bedoeling.

Het spiegelbeeld in de vijver

Het is lang geleden dat er een meisje leefde dat altijd naar haar spiegelbeeld keek in het water van de vijver. Zij kon daar hele dagen zitten zonder iets anders te doen.

Op een dag toen ze weer aan het staren was in de vijver zag ze dat haar spiegelbeeld bewoog en hoewel ze zelf zonder veel emotie keek zag ze haar spiegelbeeld hartelijk lachen.

Waarom lach je vroeg het meisje aan het spiegelbeeld ben ik zo grappig?

Nee hoor, zei het spiegelbeeld ik lach niet om jou maar om mezelf.

Mezelf zei het meisje met vragende stem.

Ja, zei het spiegelbeeld iedere keer als jij in de spiegel van de vijver kijkt zie ik mezelf en dat vind ik hoogst vermakelijk.

Wat zeggen die vragende ogen dan vroeg het meisje.

Deze vragende ogen spreken over verwachting en dat is misplaatst zei het spiegelbeeld verwachtingen zijn ijdele hoop want ik heb je niets te geven, ik ben maar een spiegelbeeld. Wat je ziet is een illusie een gevangen moment in jouw bestaan en daarmee vergankelijk.

Kijk eens om je heen, kijk eens naar de tuin die jou omringt. Naast je groeit een prachtige roos zij buigt voorover naar het water ook haar spiegelbeeld is te zien in het water, maar zij kijkt er niet naar want dat kan ze niet ze kan alleen maar bestaan van uit haarzelf haar vergankelijkheid is haar schoonheid en haar verwachting is niet anders dan zijn die ze is.

Wees als deze roos meisje en laat me niet meer lachen om je vragende ogen maar je toelachen om wie je bent, mooi als deze roos, maar met een schoonheid die ondanks haar vergankelijkheid van eeuwigheid getuigt in het nu.

De parelvisser

Heel lang geleden leefde er een parelvisser die erg arm was en vaak zonder vangst huiswaarts keerde.

Ondanks dat leefde hij in harmonie met zichzelf. Mensen die hem kende respecteerden hem om zijn goedheid en wijsheid.

Op een dag toen de visser zijn bootje weer in gereedheid bracht om uit te varen kwam over het strand een jongen naar hem toegelopen.

Heer visser zei de jongen mag ik een dagje met u meevaren?

Hoewel ongewoon was de parelvisser niet verrast en nodigde de jongen in zijn bootje. Ze voeren samen op het windstille water. De visser roeide in rustige regelmaat. De jongen sprak niet

Zo kwamen ze bij open zee en de visser sprong naar grote diepten keer op keer de hele dag lang om daarna weer boven te komen zonder iets gevonden te hebben. De jongen keek toe en sprak niet

Toen het avond werd en tijd om weer huiswaarts te gaan roeide de visser terug naar het strand. De jongen keek over het water en sprak niet

De visser trok in zijn eentje de boot op het zand en dankte de jongen voor zijn gezelschap.

Heer visser sprak de jongen de parels uit de zee zijn magnifiek maar gering in aantal en vaak vind u geen maar mij laten weten zonder woorden dat mijn pure aanwezigheid reeds een volmaaktheid in zich draagt komt uit een diepte waar niet gedoken kan worden. Het zijn parels van wijsheid wiens waarden zijn als het hart van de vinder en geen ander belang dienen dan schoonheid en zuiverheid ik dank u hiervoor.

De jongen ging heen en de visser zag hem nooit weer.