Zr. Benedict
11 maart 2025
Tonny: Dag mijnheer of mevrouw. Ik krijg een uitnodiging van Carine om het gesprek te starten, maar we horen u nog niet.
Gast: Oh…oh…oh…ik mag al doorkomen?
Tonny: Jazeker.
Gast: Nou, heel graag. Ja ik ben Zuster Benedict.
Tonny: Oké…dag Zuster Benedict.
Zr. B.: Dag. Ik ben een slotzuster geweest.
Tonny: Oh….
Zr. B.: In België. Ja. Ik ben nog niet zo lang weg van de Aarde. Ik ben gestorven tijdens de Corona-tijd. Maar ik was oud. Nonnetjes zijn oud tegenwoordig, hè?
Tonny: Ja…was u al 90 jaar?
Zr. B.: Ik was ouder. Ik was al 92. Maar dan nog ga je niet graag. Eigenlijk begon ik toen pas een beetje van het leven te genieten. Ik had natuurlijk een gelofte afgelegd en ik was bij een strenge orde. Ik heb er geen spijt van. Geenszins. Nee het was een vervuld leven. Maar een mens heeft ook behoefte aan een beetje warmte en een beetje humor. Een lach en even met iemand kunnen praten. Ja, warmte en gezelligheid heb ik dan toch wel in dit leven wel gemist. Ik was natuurlijk intiem met Jezus. En weet je wat? Ik heb hem ontmoet hier! Hij is naar me toegekomen. Jezus loopt gewoon hier rond! Je mag Hem vragen. Hij komt naar je toe. Wij vonden dat zo geweldig! Want ja het ontroert me…ik moet bijna huilen.. Twee slotzusters zijn met mij, wij zijn ongeveer tegelijkertijd gestorven, wij zijn hier samen in het Licht. We hebben ieder een huis, maar dichtbij elkaar, want ja, je was familie geworden, hè?! Ik ben met achttien jaar al naar het klooster gegaan. Dus ja dan kun je wel uitrekenen hoe lang ik daar geweest ben. Dan ben je zo dicht bij elkaar. We konden elkaar niet missen. We waren zo blij dat we kort achter elkaar samen in het Licht kwamen. We hebben natuurlijk heel veel geleerd. Denk niet dat een leven van bidden voor niets is geweest, want we hebben onze gebeden op gezonden naar God voor alle mensen op Aarde. Waar we maar voor iemand konden bidden of voor iets waar gebeden voor mocht worden, dan deden we dat. Dus het is wel een vervuld leven. Onze intimiteit met Jezus was groot. Wat was het prachtig, dat we Hem hier mochten ontmoeten. Hij is zo’n lieve man en vol grapjes… vol grapjes!
Tonny: Wat leuk.
Zr. B.: Ja…Hij heeft bloemen voor mij geplukt in de wei! Hij kwam als een jongeling naar mij toe gesprongen. Ik wist werkelijk niet wat me overkwam!
Tonny: Was je toch even het bruidje van Christus!
Zr. B.: Ja! Ja nu je het zegt Tonny. Zo had ik het nog niet gezien. Maar ik wil jullie dat zo graag zeggen. Ja het stof mag weg bij de Zustertjes in het klooster. Wij zijn mensen. We hebben ergens voor gekozen en daar waren we trouw aan. Daar is dus geen spijt over. Misschien, ja ik weet, sommige Zusters wel en dan kun je het geen spijt noemen, maar verdriet. Dan is het toch niet voor hen zo vervullend geweest, als voor mij. Maar ik wilde dat even laten weten. Dat je hier aankomt en dan ben je allemaal mens geweest. Dan zijn er geen rollen meer en er is geen standsverschil. Het heeft niets met geld te maken. Je bent vrij! Je bent vrij! Ik was zo blij om vrij te zijn. Het was zo heerlijk. Ik heb gehuppeld hier en gedanst. Ja, ik heb de leeftijd niet van negentig, maar van vijfentwintig gekozen! Ik ben weer helemaal een jonge duifje. Ja, het is hier zo fijn. Dat wou ik jullie even vertellen. Ik dacht…even een goed bericht.
Tonny: Ja, wat een mooi berichtje!
Zr. B.: Dank je wel hoor, dat ik even zo maar langs mocht komen. Dank je wel.
Tonny: Het was heel fijn en gezellig.
Zr. B.: Ga verder hoor met jullie mooie werk. Dank je wel.